De contextbegeleider werkt intensief samen met het hele gezin: het kind, de ouders en broers en zussen.

De ouders spelen een cruciale rol omdat wat zij doen voor hun kinderen een grote en duurzame impact heeft. Contextbegeleiders proberen beide ouders zoveel mogelijk te betrekken. Ook als ze beide of één van hen weinig of niet bij de opvoeding betrokken zijn. Het is vaak goed voor de zelfwaarde van de kinderen als ouders zich, ondanks wat er in het verleden fout liep, inzetten om het voor de kinderen beter en veiliger te maken. Alle belangrijke personen betrekken is ook goed voor de veiligheid in het gezin, omdat er meer openlijk gebeurt en er minder onder de radar blijft. Als een intensieve samenwerking niet mogelijk is, worden ouders minstens geïnformeerd over hoe het met hun kinderen gaat.

Spelend gezin

Kinderen zijn zoveel mogelijk thuis. Opgroeien bij de eigen ouders biedt, ondanks eventuele problemen, bijna altijd de meeste kansen op een goede geestelijke gezondheid. Veilig contact tussen ouders en kinderen wordt gestimuleerd. Indien nodig en gewenst zal de contextbegeleider proberen om de band tussen ouders en kinderen te helpen helen.

De contextbegeleiding is gericht op het welzijn en de veiligheid van alle kinderen uit het gezin. De begeleider zorgt ervoor dat het kind en haar broers en zussen weten waarom er hulpverlening is en waar ze terecht kunnen met hun vragen. Zij richt zich tot elk kind als een individu met haar eigen interesses, gevoelens, moeilijkheden, dromen,…

Pas nadat de volwassenen de zorgen met elkaar hebben besproken en deze duidelijk zijn, vraagt de contextbegeleider de kinderen expliciet waar zij zich zorgen over maken. Het brengt kinderen immers altijd in een moeilijke positie als zij de eersten zijn om over gevaar te vertellen. Bovendien ligt de verantwoordelijkheid om voor veiligheid te zorgen bij de volwassenen.

Dikwijls gebeuren gesprekken met de verschillende gezinsleden samen. Zo heeft iedereen dezelfde informatie en kan er meteen gesproken worden over de verschillende perspectieven. De contextbegeleider heeft ook gesprekken alleen met ouders en kinderen zodat deze kwijt kunnen wat ze misschien niet (direct) kunnen delen met anderen. Zij is hierbij nieuwsgierig naar wat de verschillende gezinsleden denken en voelen over de situatie en werkt met al deze zienswijzen. Als er tijdens de gesprekken informatie op tafel komt die te maken heeft met de veiligheid van een kind of ouder, moet de contextbegeleider steeds overwegen of het nodig is om deze info te delen met anderen. Zij kan hierover overleggen met collega’s.

Bron
Struik, A. (2016). Slapende honden? Wakker maken! Een stabilisatiemethode voor chronisch getraumatiseerde kinderen. Amsterdam: Pearson.