Ons werk moet steeds gericht zijn op het creëren van blijvende veiligheid voor kinderen.

In de PFS-benadering wordt voor elke interactie en interventie de focus gelegd op het creëren van blijvende veiligheid voor kinderen in de omgeving waarin ze leven, leren en spelen. Deze veiligheid moet verzekerd worden door partnerschappen aan te gaan met de gezinnen en de hulpverleners die de kinderen het beste kennen en door samen effectieve veiligheidsplannen uit te werken, die ook op lange termijn vol te houden zijn.

Het belang van goede werkrelaties.
Uit onderzoek blijkt dat de ontwikkeling van een goede samenwerking tussen gezinnen en hulpverleners één van de factoren is met de grootste invloed op positieve resultaten in de kinderbescherming. De rode draad doorheen Partnering for Safety is dan ook de geest van respect, empathie, nieuwsgierigheid en de overtuiging dat verandering mogelijk is. Ongeacht wat onze eigen mening over het gestelde gedrag of de handelingen van een persoon is, tracht PFS met mensen samen te werken op een manier dat ze hun waardigheid behouden en die vertrekt vanuit hoop en mogelijkheden voor de toekomst.

De stemmen van kinderen en gezinnen moeten steeds centraal staan.
PFS erkent dat gezinnen zelf de experts van hun eigen leven zijn en dat onze interventies meer kans slagen hebben, nl. effectieve en blijvende verandering, wanneer de stemmen van kinderen, ouders en hun netwerken in onze beoordelings- en veiligheidsplanningsprocessen centraal staan.

Vertrekken vanuit een omvattende en evenwichtige beoordeling.
Een evenwichtige en uitgebreide beoordeling omvat een gedetailleerd onderzoek naar de mishandeling uit het verleden en de uitdagingen voor het gezin in het heden, evenals een uitgebreide zoektocht naar mogelijke beschermende handelingen en sterke punten binnen het gezin. PFS gaat uit van de veronderstelling dat, zelfs wanneer gezinnen met grote uitdagingen geconfronteerd worden, er altijd momenten - hoe klein ook - zijn waarop de problemen overwonnen worden. Door deze beschermende handelingen of uitzonderingen aandacht te geven, wordt de mishandeling niet geminimaliseerd, maar wordt er wel een platform voor verandering gecreëerd. Zo ontstaat een basis om samen te werken aan het vergroten van de veiligheid van het kind.

Kinderen opvoeden doe je met een netwerk.
Het versterken en uitbouwen van een veiligheids- en ondersteuningsnetwerk is een kritiek onderdeel van ons werk als kinderbescherming. Samenwerken aan veiligheid impliceert het expliciet identificeren van een netwerk van mensen die het kind kennen (familieleden, vrienden, hulpverleners (of contextbegeleiders) die het kind regelmatig zien), verzekeren dat iedereen in het netwerk zich volledig bewust is van alle zorgen, en samen met het netwerk plannen uitwerken om de veiligheid van het kind positief te laten evolueren.

Effectieve en blijvende verandering vereist een visie op de mogelijkheden.
Kinderbescherming is vaak gericht op de problemen en op alle aspecten die moeten veranderen. Hoewel de problemen die we proberen aan te pakken zeer ernstig en soms zelfs levensbedreigend zijn, kan het uitsluitend focussen op de problemen en de afwezigheid van een visie op de toekomst en de mogelijkheden zo overweldigend zijn voor gezinnen dat ze geen hoop meer zien en bijgevolg de energie niet vinden om de noodzakelijke veranderingen in hun leven door te voeren. In PFS is de begeleiding van gezinnen gebaseerd op een visie van toekomstige veiligheid (de veiligheidsdoelen), met een focus op het aanpakken van de geïdentificeerde zorgen en gevaren. Deze visie wordt ontwikkeld in samenwerking met ouders, kinderen en andere belangrijke mensen in het leven van de kinderen.

Kinderbescherming als motor van verandering.
Reeds jarenlang worden hulpverleners uit de kinderbescherming vooral gezien als ‘casemanagers’. In PFS worden hulpverleners expliciet gezien als motor van verandering. Ze dienen dan ook over specifieke vaardigheden te beschikken om partnerschappen en samenwerkingsverbanden met gezinnen en netwerken te creëren om de veiligheid van kinderen te vergroten. Zo wordt de geest van maatschappelijk werk opnieuw in de kinderbescherming geïntroduceerd.

Werken vanuit een geest van onderzoek.
Harlene Anderson en Harry Goolishian bedachten de uitdrukking “Houding van niet-weten” als doelbewuste opstelling bij het werken met anderen. Een dergelijke houding helpt om zich bescheiden op te stellen en te erkennen dat iedereen over unieke vaardigheden, kennis, wijsheid en mogelijkheden beschikt om tot oplossingen bij te dragen. Meer in het bijzonder wordt zo ook erkenning gegeven aan de kennis, tradities en vaardigheden aanwezig binnen alle culturele tradities en het is tevens een oproep om deze elementen doelbewust aan te wenden als belangrijk onderdeel van het werk.

Mensen zien als deel van een problematische relatie in plaats van als het probleem.
De manier waarop we over problemen denken, geeft in grote mate vorm aan ons werk met kinderen, gezinnen en andere hulpverleners. Voortbouwend op inzichten zoals we ze kennen uit de narratieve therapie, gaat PFS ervan uit dat mensen niet met hun problemen samenvallen maar dat ze daarentegen deel uitmaken van een actieve en dus veranderlijke relatie met deze problemen. Vertrekken vanuit een dergelijke veronderstelling helpt gezinnen en contextbegeleiders hoop en partners te vinden bij het samenwerken, en hoeft niet in strijd te zijn met het vastberaden aanpakken van de grote gevaren in het leven van kinderen.

Integratie in een organisatiecultuur gebaseerd op reflectie, erkenning en permanent leren.
Om bovenvermelde waarden en principes in operationele doelen te integreren, moeten organisaties ze voor elk aspect van het werk in daden omzetten. Supervisie, management en beleidsontwikkeling moeten gebaseerd zijn op diepgaande reflectie, erkenning van de actoren en een engagement voor permanent leren van alle betrokkenen.

Met dank aan Sonja Parker, met haar welwillende toestemming vertaald en overgenomen van haar website https://www.partneringforsafety.com